Aikidogs gebruikt geen vaste trainingsmethode.
Een “eigen” methode zou betekenen dat ik met iets nieuws zou moeten komen, terwijl alles al uitgevonden en voorhanden is.
Er zijn drie leertheorieën die bij de opvoeding en training van de hond gebruik worden.
De leertheorieën in één oogopslag.
Met het uitleggen van de leerprocessen in het algemeen houden zich drie belangrijke leertheorieën bezig: Het behaviorisme (leren door middel van versterking), cognitief leren (leren door middel van inzicht en kennis, leren door imitatie) en constructivisme (leren door persoonlijke ervaring, beleven en interpretatie).
De theorieën geven elk op zich bekeken, een logische verklaring voor het verloop van leerprocessen, maar ze verschillen echter aanzienlijk van elkaar wat betreft hun uitleg.
Behaviorisme: De kern van behavioristische theorie is de uiteenzetting van het gedrag van een individu. Het levende wezen wordt gezien als het product van zijn omgeving en zijn instincten. Psychologische aspecten van het leren worden hier niet meegenomen, het lerende individu is dus een soort “black box”. Zijn handelingen worden door externe omstandigheden (prikkels) gestuurd. Volgens behaviorisme is leren gebaseerd op stimulus-respons patronen, wat betekent dat op een bepaalde stimulus onvermijdelijk een bepaalde reactie volgt. Gewenste reacties worden versterkt, dus vaker getoond wanneer ze aangename gevolgen hebben voor de leerling, en ongewenste reacties kunnen worden verminderd door onaangename gevolgen te hebben voor de leerling.
De kernbetekenis voor het leersucces is dus beloning en straf. Deze zogenaamde operante conditionering wordt op het gebied van hondentraining veel gebruikt.
Het behaviorisme wordt tegenwoordig vooral bekritiseerd omdat het leerprocessen met alleen externe invloed uitlegt en daarbij psychologische aspecten net zoals het vermogen om individuele probleemoplossingen te vinden, buiten beschouwing gelaten.
Cognitivisme: De cognitivisme stelt de individuele verwerking van informatie en de daaruit verkregen inzichten in het middelpunt. Het ziet leren als een actief proces. Het individu slaat daarom informatie op uit alle gebieden van het leven als inzichten (cognities). Deze bevindingen worden op verschillende manieren verwerkt. Ze kunnen in het geheugen worden opgeslagen en als het nodig is weer opgehaald worden, bovendien kunnen verschillende inzichten met elkaar gekoppeld worden, zodat daaruit nieuwe inzichten ontstaan.
Het gaat hierbij om het vinden van oplossingen. Belangrijke cognitieve leertheorieën zijn het leren volgens model, dat wil zeggen leren door af te kijken bij anderen, en leren door middel van inzicht, die is gebaseerd op de erkenning en begrijpen van een situatie.
Constructivisme: Bij constructivisme spelen individuele waarneming en interpretatie een doorslaggevende rol. In het middelpunt staat de leerling zelf, die uit zijn waarneming de omgeving zijn eigen perspectief opbouwt. Het leren hangt dus sterk af van persoonlijke ervaringen.
Het leerproces is daarbij zeer open. Er bestaat geen “goed” of “fout”, maar alleen verschillende perspectieven. Het gaat erom om met een situatie om te kunnen gaan en in dit verband passende oplossingsstrategieën te ontwikkelen.
Bestaat er één, juiste leertheorie?
Om het maar gelijk te zeggen: De juiste leertheorie bestaat niet. Hoewel er nog steeds volgelingen zijn van de individuele leertheorieën, die hun respectievelijke zienswijze als de enige ware beschouwen, de teneur is tegenwoordig echter dat geen van deze theorieën als geldend of de beste kan worden beschouwd, maar ze allen een rechtvaardiging hebben en niet neergezet mogen worden als “goed” of “fout” – het komt aan op de juiste mix.